P17 Machteloos maar ook mateloos geboeid geniet ik mee van wat Bruno met je doet. Het vocht uit je kruis druipt over zijn hele gezicht, hij likt het gulzig op van diep tussen je lipjes. Ik hapzoen je in je hals, wat jou blijkbaar nog meer opwindt want je hijgt van overduidelijk geil genot. Bruno komt omhoog uit de omhelzing van je dijen en zet je voeten behoedzaam neer zodat de gouden fallus in je blijft.
Ik herinner me het zalige gevoel van bezeten worden dat je mij hebt laten beleven toen ik je zo mocht likken. Wellustig lachend tilt hij je rechterbeen op zijn heup en begint je hard te neuken met de gouden fallus.
Ik zoek steun bij de muur, de ketting houdt onze bovenlichamen bij elkaar. Over je schouder kan ik net zien hoe de gouden fallus zich tussen jouw lipjes boort en doorstoot tot diep in je onderbuik. “AaaaaahAAAAAA!” kreun jij in een mengeling van ongemak en extase. “RA! HA! RA!” doet Bruno. Ik kneed je borsten voor zover de ketting het toelaat en mijn erectie zit heerlijk klem tussen jouw billen. Zo raken we met zijn drieën in een magische deining die de ketting laat rinkelen.
“Ha! Ra!” doe jij nu met Bruno mee, op de cadans van zijn stoten vormt zich een magische mantra: “Ha! Ra! Ha! Ra! Ha! Ra!”
Ik kan het niet laten om een baspartij mee te zoemen, kennelijk tot vreugde van Bruno want hij knikt me goedkeurend toe. Zijn bovenlijf zwaait zachtjes heen en weer, zelfs het gerinkel van de ketting swingt mee met het soppen van jouw onderbuik. Zo gaan we op in de stralenkrans van een vreemde maar heerlijke roes.
Ons ritme wordt verstoord door onregelmatige schokgolven door je heupen, je neemt de leiding in het ritueel en sluit af met een sensuele, langgerekte, steeds hogere en luidere orgasmekreet Jij vergeet de hele mantra en schreeuwt het luidkeels uit: “HA- HAR-DER! DIE-PER! NEUK ME! JA, JA, OH JA, BRU-NO! NEUK ME, NEUK ME-HE-HE!”
“HA! RA!” doet Bruno intussen, “HET-IS-HA-RA-DIE-JE-NEUKT! LAAT-JE-DOOR-HA-RA-VUL-LEN,-NE-MEN-MET-AL-JE-VROU-WE-LIJK-HEID!!”
Uitgeput zakt hij op de grond, jij trilt op je benen en hangt slap tegen me aan. Ik zeg maar even niks, de lucht is zwanger van bevrediging.
Alsof Mami dat geroken heeft, komt ze zonder aankondiging binnen. Ze kijkt met een schuine blik naar de druipende fallus in zijn hand en veegt dan liefdevol het zweet van Bruno’s voorhoofd.Dat wij geketend zijn en omringd door de geur van geil, vindt ze ogenschijnlijk heel normaal. Ze legt een veelkleurige sluier om ons heen waar we nauwelijks doorheen kunnen kijken. Dan geeft ze Bruno een hand en leidt ons door de kamerdeur de gang op terwijl ze de mantra aanheft: “Ha! Ra! Ha! Ra! Ha! Ra!”
V17 Schuifelend, met de ketting om ons bovenlijf, worden we net iets te snel door de gang getrokken. De sluier beneemt ons het zicht, tussen mijn benen glijdt een stroompje geil-sperma naar beneden. Jouw naakte lichaam plakt tegen mijn rug, jouw pik ligt slap en zoekt nu bescherming tussen mijn billen. Ik suis na van de neukpartij en neurie de Haramantra met Mami mee. Er opent een deur, ik deins achteruit als het felle licht opeens door de sluier schiet. We vallen om, ware het niet dat Bruno jou op tijd opvangt en ons rechtzet. Jij snauwt hem toe, ‘Dat gezeik met die ketting ook, maak ons gewoon los man!’. Bruno reageert kortaf, ‘Sssstt.’, en geeft je een zetje in je rug waardoor we weer in beweging komen.
Mijn ogen wennen aan het licht en ik kan iets van de buitenwereld onderscheiden. We steken het weggetje over en volgen het pad naar het strand. In de verte zie ik de glinstering van het water, Mami is gestopt met zingen. De wind ritselt door de palmbladeren, onze voetstappen zijn nauwelijks hoorbaar in het zand. Er kraken takken, is dat gelach? Wat ruist daar in het struikgewas? Rondom voel ik nieuwsgierige blikken en opeens ben ik bang. Jij voelt me verkrampen en sust me fluisterend toe, ‘Schatje, het komt goed. Ik ben bij je, ik hou van je.’
Die laatste woorden resoneren als klanken uit de allermooiste viool. Ik draai mijn hoofd ongemakkelijk ver naar je toe en kan je net een kusje op je kin geven. ‘Ik ook van jou schat.’
We schuifelen verder, ik zie de contouren van een boot in de branding. Er zit niets anders op, ik zit straks gevangen op een eiland om daar een kind ter wereld te brengen. Ons kind.
Zou ik in Nederland gemist worden? Mijn ouders zijn al jaren dood, met mijn enige broer heb ik nauwelijks contact. Mijn familie en sociale leven, alles los zand. Best treurig eigenlijk hoe jong een mens al eenzaam kan zijn. Zonder jullie had ik het nooit gered. Dit avontuur zal mijn lotsbestemming zijn. Hier ga ik leven als koningin, moeder van de Hara.
Vlakbij het water bevrijdt Mami ons van de ketting en sluier. Ik kijk recht in haar doorgroefde, wijze gelaat. Haar blik is doordringend maar zo open dat ik er warm van word. Ze kust me zachtjes op de wang, schudt met haar hand even aan mijn kin en prevelt wat bezorgde woordjes. Ze werpt jou de sluier toe zodat je je naaktheid kunt verbergen, de ketting geeft ze aan Bruno die de gouden fallus eraan haakt en het geheel als een sjerp om zijn torso slingert. Bruno helpt zijn moeder aan boord, wij volgen. Moeiteloos geeft Bruno de boot een zetje en springt met twee benen over de rand, zo op het bankje naast de motor. Die start uiteraard na de eerste slinger en rustig koersen we richting open zee. Heerlijk, de wind door mijn haren en meedeinen met de boot. Spetters zeewater over me heen of met een klap van net iets te hoog weer terug op het water vallen, ik vind het allemaal prachtig. Bruno zit aan het roer en staart ‘ins Blaue hinein’, zijn krullen wapperen als donkere manen rond zijn krijgerhoofd. Het is een wonder dat zoveel kracht in één man past. Hopelijk hoort er bij ons nieuwe thuis ook een bootje. De zon en de golven laten me afdwalen naar een wereld vol gazonnetjes en gezinnetjes, heel gelukkig met mijn twee mannen en kleine spruit.
Jij rammelt me aan mijn knie terug naar de werkelijkheid en wijst, ‘Kijk!’
Ik moet even knipperen maar dan doemt een eilandje op, niet veel meer dan een hagelwitte zandplaat met een toefje oerwoud en wat palmbomen. Als we dichterbij komen, zie ik de contouren van een grote hut. Twee langgerekte sluierwolken vormen een welkomstslinger aan de strakblauwe hemel boven deze idylle. Ik zie mijn kans schoon en roep ‘Ik ga zwemmen!’. Het koele water streelt mijn borsten en verfrist mijn hitsige kruis. Ik hoor een plons achter me…en dan nog een.