De mascararoller trilt in mijn hand, deze date geeft me de kriebels. Over ruim een uur ontmoet ik Tommy, de jonge advocaat met moestuin. Ons contact verliep in eerste instantie stroef omdat ik probeerde hem af te poeieren. Te groen voor mij, te anders. Hij wilde van geen wijken weten en trok alles uit de kast om mijn aandacht vast te houden. En met succes.
Tommy stuurt net zo makkelijk een foto van een pannetje met zijn eigen boterboontjes als van zijn vrijmier (vrijdagmiddagerectie). Hij combineert intelligentie met eigenzinnigheid en ik val daar als een blok voor. Gelukkig vindt hij mijn rijpheid net zo aantrekkelijk als ik zijn jeugdigheid. We hebben een paar stomende sekschats gehad, misschien wel de beste ooit. We wonen minder dan 10 kilometer van elkaar, dus hij nodigde me al snel uit om in de moestuin zijn salie te komen bewonderen. In aanloop naar vandaag heb ik het geilgehalte van ons gechat voor de zekerheid wat afgezwakt maar misschien hou ik mezelf voor de gek. Ik voel het opwellen, mijn kutje trekt samen als ik aan Tommy tussen de salieplanten denk. Hij heeft alleen een overall aan, laarzen, een hark in de hand. Zo cliché, zo geil.
Ik check of er echt niets tussen mijn tanden zit en tuit mijn lippen om er een kleurtje op te doen. Het wordt gewoon een leuke middag en ik zie wel waar het schip strandt. Als ik achter het stuur stap trekt het vochtige kruis van mijn string tussen mijn lipjes, het lijkt wel een tong en ik kreun. Tijdens het rijden kantel ik met mijn bekken om het weer te voelen tot ik van mezelf moet stoppen. Op deze manier ben ik al klaargekomen voordat de date begint, geen goed idee. Ik concentreer me op mijn ademhaling tot ik de richtingaanwijzer zie die me naar de tuinvereniging in Tommy’s wijk stuurt. Ik draai het parkeerterrein op en kies een plekje. In de achteruitkijkspiegel lach ik naar mezelf, ik zie er goed uit de laatste tijd.
Met zelfverzekerde tred loop ik naar de toegangspoort, waar het stoeltje van de ‘bewaking’ gelukkig leeg is. Ik zoek op de plattegrond naar Tommy’s tuinnummer en heb pas laat in de gaten dat aan het einde van een zijpad rechts een lange man met de armen over elkaar me staat te observeren. Zodra ik opkijk, verschijnt er een lach op zijn gezicht. Ik lach terug en zwaai.
Langzaam loop ik zijn kant op, nu gaat het komen. Met elke stap worden zijn gelaatstrekken duidelijker, hij is jongensachtig en een beetje spits. Zijn blonde lokken vallen net niet over zijn twitterblauwe ogen, hij is aantrekkelijk zoals creatieve zonderlingen of getergde kunstenaars kunnen zijn. ‘Hi Marise.’ ‘Hi Tommy.’
Een kudde gnoes rent rondjes in mijn buik, een gespannen glimlach trekt mijn mondhoeken eerder omlaag dan omhoog. We scannen elkaar, nemen elkaar op in afwachting van een klik, vonk of iets anders mysterieus. Zonder ons oogcontact te verbreken pakt hij mijn gezicht tussen zijn handen en buigt naar beneden om me vol op de mond te kussen. ‘Hmm’ mompel ik verschrikt voordat hij zijn tong tussen mijn lippen duwt en ik me verlies in een goddelijke tongzoen. Hij stopt net zo abrupt als hij begon. ‘Zo, dat is wel even genoeg voor nu.’ Hij knipoogt, pakt mijn hand en leidt me naar zijn tuin.