P5 “Wát is díe meid geil!”
Bruno lijkt nog na te hijgen als hij me die avond belt. Hij is euforisch over jouw ontvangst vanmorgen, en schildert tot in de intiemste details hoe jullie bij elkaar en in elkaar passen:
“… en toen pijpte ze me, nee, ze verzwolg me! Ik verdween helemaal in dat bekkie, ze kon zó mijn ballen likken! En ik ben toch niet echt klein geschapen!”
Dat laatste kan ik niet uit eigen ervaring bevestigen, maar hij is net als ik 1.95m dus komt hij wat dat betreft waarschijnlijk ook een heel eind.
“En toen ik klaarkwam, wilde ze neuken!” gaat hij verder, “Voor het eerst zonder condoom! Man, wat was ze nat en heet! Trouwens, nooit geweten dat ik zoveel had, ze liet me spuiten, spuiten, er kwam geen eind aan!”
Ik ken het gevoel. “Wat sopt ze lekker he? Ze krijgt er maar geen genoeg van!”
“Ze blijft maar komen! Onverzadigbaar! Wat ik zeggen wou,” komt hij vervolgens op samenzweerderige toon ter zake, “ik heb een idee. Ik neem haar komend weekend mee naar Broederliefde, jeweetwel, die rappers. Als jij nou eens…”
Hoe lang duurt zo’n concert?
Ik moet oppassen dat ik niet achter het stuur in slaap val voordat jullie instappen. De parkeerplaats van de HMH is overvol, maar toch ziet het er op een of andere manier verlaten uit. Iedere auto staat voor een eigen wereld vol herinneringen, plannen, geheimen soms, kortom voor levens, maar toch zijn al die werelden onbekend voor alle andere.
Ik grinnik. Met deze auto is het al niet anders. Je moest eens weten wat je vanavond te wachten staat. Ik check nog eens mijn mobiel of ik niets vergeten ben, en zak vervolgens nog even onderuit.
Toch nog sneller dan ik dacht, komt de nacht in beweging en hoor ik enthousiaste stemmen allerlei teksten scanderen op iets wat soms zowaar op een melodie lijkt. En daar gaat een overduidelijk smoorverliefd stelletje zo in elkaar op dat ze van plan lijken om de nacht op het parkeerterrein door te brengen.
Nu kalm blijven. Ik heb de neiging om te toeteren om de aandacht te trekken, maar ik wil jullie intimiteit niet verstoren. Bruno loodst jou omzichtig deze kant op, waarbij hij zorgvuldig jouw blik afschermt voor mijn kenteken. Dat is echter amper nodig, want zodra het achterportier opengaat ploffen jullie languit op de achterbank en verdrinken meteen in een hartstochtelijke tongzoen. De wagen staat te schommelen door de hevige vrijpartij. Ik vraag me werkelijk af of jullie wel iets van het concert hebben meegekregen.
Zelfs als de auto zich in beweging zet, hebben jullie – jij tenminste – nog niets in de gaten. Pas op de snelweg richting Schiphol hoor ik jou vragen: “Waar zijn we? Waar gaan we heen?” Je kijkt verschrikt om je heen, en dus smeed ik het ijzer nu het letterlijk en figuurlijk heet is. Ik vang je blik in de achteruitkijkspiegel: “Kiekeboe!”
“Penis!” roep je verbaasd, ‘Wat doe jij – wat doe ik -” en als Bruno je een zoen probeert te geven, valt het kwartje: “Waar kennen jullie elkaar van?”
“O, al heel lang,” legt Bruno uit, “ik heb ooit stage gelopen bij de gemeente, en dat is volgens mij wel goed bevallen.”
“Zijn jullie… collega’s?” concludeer jij, en dat klopt inderdaad. Bruno werkt parttime op een andere afdeling op hetzelfde gemeentehuis. “Wij zijn de Malle Dieven, en we ontvoeren je!” gaat hij quasi dreigend verder als de lichten van de verkeerstorens van Schiphol wenken, “Daar heb jij volgens ons heel veel zin in.”
“Gaan we naar de Malediven?” vraag je opgetogen. “Maarrreeh, mijn werk dan? Ik heb niks geregeld! En ik heb geen vakantiespullen bij me!”
“Is allemaal geregeld, schatje,” stel ik je gerust, “en geloof me: waar wij heen gaan, heb je niks nodig, je loopt dag en nacht in je blootje.”
“Daar zorgen wij wel voor,” knipoogt Bruno veelbetekenend. Hij reikt met een hand voorin je broek, en ik voel me even een voyeur als ik in de achteruitkijkspiegel zie hoe je je overgeeft. Je likt hijgend langs je lippen, grijpt bijna wanhopig kronkelend naar je borsten, en even later galmt je orgasmekreet in de stilte van de parkeergarage.
V5 Dit is het geilste en engste wat ik ooit gedaan heb. Ik had zelf nooit kunnen bedenken dat jullie elkaar al kennen. Ik vraag me af hoeveel jullie van elkaar weten, over mij weten. Jullie komen vast niet zomaar op dit idee. Gênant dat ik dacht jullie te bespelen en het al die tijd andersom was. Verrassend weinig weet ik eigenlijk van jullie. Is het wel toeval dat Bruno onder mij is komen wonen? Mijn opwinding maakt plaats voor angst. Ik word gewoon ontvoerd, door mijn minnaars weliswaar maar toch. Voor hetzelfde geld wordt er nooit meer iets van me vernomen en eindig ik in een kuil onder een palmboom op de Malediven. Of de goden hebben mijn fantasie over een trio en mijn verlangen naar vakantie handig gecombineerd, dat kan ook. Zouden we naar ons hemelse plekje gaan? Wat zijn jullie van plan? Zoveel vragen maar er is geen weg meer terug.
Na de overstap in Frankfurt hebben we twee stoelen naast elkaar en één apart. Ik sta te bedenken hoe we dat gezellig kunnen verdelen, als jij het voortouw neemt.
‘Bruno en ik gaan hier zitten, we moeten nog wat dingetjes bespreken, dan kun jij rusten. Ik heb zelfs gedacht aan je slaappilletje.’
Met een afgemeten gebaar overhandig je me een doordrukstrip en wuift me een paar rijen naar achter. Het heeft geen zin te protesteren en gedwee installeer ik me naast een beleefd knikkende oudere dame. Als ik na het opstijgen ga staan om iets uit mijn tas te pakken, zie ik jullie met de hoofden dicht bij elkaar. Jullie kijken vast op een iPad, voor mij is alles een raadsel. Ik spoel een pil weg met een grote slok van de vliegtuigwijn, denken is nu te ingewikkeld.
De pil slaat hard in en ik zak weg. Al snel dient de eerste droom zich aan. In tropisch gewaad daal ik een trap af met aan beide armen een man. Jullie zijn het, helemaal naakt met de pik fier overeind. Op jullie hoofden prijkt een uitbundige tooi van veren en bladeren. We lopen richting een groot vuur, er dansen mensen omheen als schaduwen. In de hoek staan trommelaars die zorgen voor de cadans. Op het moment dat jullie me op een soort altaar tillen, verplaatst de film zich naar ons geheime strandje. Nu poedel ik niet met jou maar met Bruno in de lagune. Het idyllische tafereeltje wordt verstoord door hulpgeroep. Jij bent even verderop aan het verdrinken. Ik wil naar je toe maar kom niet vooruit in het water. Bruno staat te schaterlachen en lijkt je niet te zien. De droom eindigt in een kolkende chaos.
Ik slaap te diep om er wakker van te worden en rust uit in een aantal dromeloze uren.
De Malle Dieven, beter kun je het toch niet treffen.
‘Lady, wake up please. We are preparing for landing.’