Normaal gesproken was het altijd netjes bij ons. Goede hulp was lastig te vinden en kostbaar, dus deed ik het meeste zelf. Ik vond het fijn om voor mijn gezin te zorgen maar deed mijn klusjes met zoveel tegenzin dat ik er een dagtaak aan had. De afgelopen twee dagen had ik de boel compleet laten verslonzen maar met de energie die ik nu voelde, zou ik het huishouden bij de strot grijpen.
Het hoefde niet perfect meer, waardoor ik tijd overhield. Liefst zo veel mogelijk.
Ik kon mezelf oefenen in het laten liggen van dingen en de kinderen trainen in het opruimen van hun eigen rotzooi. Als ik ook stopte met die spelletjes op de telefoon en TV kijken, dan zou ik me volledig op SL kunnen storten. Ik had eindelijk een reden om eens wat te veranderen. Na het poetsen besloot ik om me op te tutten.
Dat deed ik zelden, doordeweeks droeg ik nooit make-up en ik ging met gemak de straat op in een verwassen sweater met mijn haar omhoog.
Met een beetje extra moeite kon ik mezelf omtoveren in een veel leukere vrouw.
Ik pakte pumps in plaats van gympen en trok mijn net iets te strakke maar wel lekkere jeans aan. Ik hing wat sieraden om, deed mascara en lippenstift op.
Het voelde goed dat ik mezelf dit weer gunde.
Bij de groenteman ging ik naar binnen. Ik was niet blind voor de mooie knapen in zijn zaak maar het was niet eerder bij me opgekomen om ze eens een knipoogje of iets dergelijks toe te werpen. Ik loerde soms naar de gespierde bovenarmen en torso’s en beschouwde dat al als een vrijpostigheid.
Deze keer werd ik geholpen door de blonde versie, waarschijnlijk zowel student als surfer. Bij ‘Kan ik u helpen?’ zag ik hem zijn ogen samenknijpen en hij bleef kijken.
Een paar hele lange secondes, waarna zijn mondhoeken ondeugend opkrulden. Ik vroeg om paprika’s, zodat hij zich zou omdraaien en ons oogcontact even onderbroken kon worden. Niet lang, want lachend vroeg hij of ik nog meer wenste. Ja, aardappels omdat hij daarvoor moest bukken en tomaten, omdat ik geen zin had ons momentje te beëindigen. Als laatste draaide ik me om naar het rek met conserven en pakte lukraak iets van de onderste plank. Toen ik hem het potje aanreikte, bleven onze handen een stuk langer tegen elkaar dan strikt genomen noodzakelijk was. Het was stout genoeg en toch onschuldig. Ik was aan het sjansen met de groentejongen en hij deed mee!
Met klakkende hakjes liep ik de winkel uit. Op straat keek ik naar binnen en zag dat hij me stond na te kijken. Mijn glimlach zwol op tot een brede grijns en dat liet ik hem zien, terwijl ik me moest bedwingen om niet ook nog te gaan zwaaien.